Aardwarmte
Warmtepomp
Een warmtepomp haalt de warmte uit de natuur (lucht, bodem, water) om een woning te verwarmen.

Een compressor perst een gas (1) op buitentemperatuur samen.
Bij het samenpersen van gassen ontstaat warmte. (Dat verschijnsel is ook waarneembaar bij het oppompen van een fietsband: de onderkant van de fietspomp wordt behoorlijk warm.)
Die warmte wordt via een warmtewisselaar gebruikt om de woning te verwarmen.
In de warmtewisselaar (2) koelt het gas af tot vloeistof.
Via een expansieventiel komt de vloeistof in de verdamper (3) waar ze verdampt.
Om te verdampen, onttrekt men warmte aan de omgeving (natuur).
De warmtepomp haalt haar energie voor 75% uit de natuur (lucht, bodem, water).
De rest komt van de elektrische energie die nodig is voor de aandrijving van het systeem.
Aardwarmte
De temperatuur stijgt naarmate men dieper in de aarde doordringt.
In vulkanische gebieden stijgt de temperatuur sterk.
Met het opgepompte water uit de bodem, verwarmt men huizen (Parijs) en serres of drijft men stroomturbines en alternatoren aan (IJsland, San Francisco, Nieuw-Zeeland,...).
Zoek de verschillende toepassingen van aardwarmte op het internet op en noteer deze in je leerwerkboek op pagina 59.

Maak jouw eigen website met JouwWeb